Australia.reismee.nl

Australië planten en dieren

Planten



Banksia
Vele tientallen miljoenen jaren geleden was een groot deel van Australië bedekt met regenwouden. In de ijstijd verdween het water en droogde het continent uit, behalve in Queensland. In de plaats hiervan kwamen nieuwe planten zoals de eucalyptus en de acacia. De Australische plantenwereld vormde vanaf die tijd een apart florarijk, Australis genaamd. Vele soorten komen alleen op dit continent voor.
Door de Europeanen werden vele bossen gekapt om te dienen als weidegronden en voor de houtwinning. Ook zaden van geïmporteerde planten en dieren die het land kaalvraten hadden een negatief effect op de inheemse plantenwereld. De meeste plantengroei komt voor in regengebieden als het noordoosten, het zuidwesten, het zuidoosten en Tasmanië. Het binnenland is vooral heel erg droog maar kan na een flinke regenbui een korte tijd een bloemen- en plantenzee worden. Vooral de rood-zwarte Sturt's desert pea is dan onovertroffen mooi. In de duinwoestijnen groeit vooral egelgras en dikbladerige zoutkruiden op de zoute vlakten. Het Australische borstelige gras met de witte pluimen wordt Spinifex genoemd en komt in de steppen en woestijnen voor. Ondanks alles komen er in geheel Australië zo'n 25.000 verschillende soorten bloeiende planten voor.
Een van de belangrijkste planten van Australië is de eucalyptus of gomboom. Er komen ongeveer 700 soorten in de wereld voor waarvan 95% in Australië. De meest voorkomende soorten zijn te vinden in Western Australia, Victoria, New South Wales en Queensland. Tasmanië, South Australia en Northern Territory kennen de minste soorten. Er zijn kleine varianten zoals de 'mallee' en de 'snow gums', maar ook soorten die meer dan 50 meter hoog kunnen worden, zoals de 'mountain ash', de 'jarra' en de karriboom. Economisch zijn de bomen belangrijk voor timmerhout en voor de productie van eucalyptusolie.
Ook van de acacia komen in Australië zo'n 700 soorten voor. Ze variëren van bodembedekkers en struiken tot bomen die wel tien meter hoog kunnen worden. Acacia's zijn overal te vinden, zowel in het droge binnenland als in de regenwouden. De meest voorkomende soorten zijn te vinden in Victoria en Queensland. De nationale kleuren goud en groen dankt Australië aan de 'wattle', de Australische acacia.
De melaleuca of papierstam is in Australië met 150 soorten vertegenwoordigd, waarvan de meeste inheems. Zowel kleine struiken als bomen met een witte, steeds afbladderende bast komen voor, tot 10 meter hoog. De meeste soorten komen in Western Australia en New South Wales voor. In Northern Territory komen geen melaleuca's voor.
Banksia's zijn struiken en bomen tot 15 meter hoog die het hele jaar door groen blijven. Ze groeien vaak in gebieden waar de omstandigheden niet al te gunstig zijn, b.v. op arme kustgrond, zanderige heidegrond en onvruchtbare zandsteenaarde in berggebieden. Het bijzondere van deze planten is dat ze zich alleen kunnen vermenigvuldigen tijdens bosbranden! Alleen dan lopen de temperaturen dusdanig hoog op dat de zaden uit hun omhulsels springen.
Grevillea's komen in vele varianten voor die vaak nauwelijks op elkaar lijken. Er zijn 250 soorten die dicht bij de grond groeien maar ook 30 meter hoog kunnen worden. De bloemen worden ook wel 'spinnenbloemen' genoemd en de bladeren verschillen per soort van vorm en kleur.
Baobabs of apenbroodbomen komen alleen in Western Australia en Northern Territory voor. Ze kunnen 20 meter hoog worden maar de stam kan een omvang van 20 meter bereiken. Ze komen ook voor in de droge gebieden doordat de enorme stam grote hoeveelheden water kan opnemen.
'Grass trees' komen overal in Australië voor. De dikke zwarte stam kan 6 meter lang worden en op het einde groeien op gras lijkende bladeren, vandaar de naam. Deze stokoude boomsoort komt al 100 miljoen jaar alleen in Australië voor en overleeft de meest extreme omstandigheden zoals droogte, overstromingen en vuur.
Casuarina's komen ook overal voor en hebben naaldachtige bladeren.
De nationale bloem van Australië is de 'kangaroo paw', de kangoeroepoot. Tasmanië is het domein van de zuidelijke beuken en van een van de langstlevende bomen op aarde, de 'Huon pine'.
Verspreid over het hele continent komen ca. 470 soorten orchideeën voor.
Het westen van Australië is in veel opzichten anders dan de rest van Australië, ook wat de plantengroei betreft. De staat huisvest ongeveer 8000 soorten bloeiende planten zoals de grondorchidee, de rode en groene kangoeroevoet, de blauwe leschenaltia's, de dryandra, de banksia en vleesetendeplanten als de drosera of zonnedauw.
In 2003 werd de hoogste boom van Australië officieel doodverklaard. 'El Grande' stond op Tasmanië en viel ten prooi aan een verwoestende bosbrand. De eucalyptus was 350 jaar oud en 79 meter hoog.


Dieren



Australië is het enige continent waar alle drie de onderklassen van de zoogdieren voorkomen: de echte zoogdieren, buideldieren en de eierleggende zoogdieren.
Het vasteland van Australië behoort net als Nieuw-Guinea, Tasmanië, Nieuw-Zeeland en een aantal eilandengroepen in de Grote Oceaan, tot het dierengeografische hoofdgebied Notogaea en wordt ook wel de Australische Regio of het Zuiderrijk genoemd. De zeer bijzondere fauna laat de merkwaardige geschiedenis van Australië zien na het uiteenvallen van het zuidelijke supercontinent Gondwana. Anderzijds heeft de geïsoleerde ligging van Australië gezorgd voor een dierenwereld die nergens ander op de wereld voorkomt.
De stromatolieten in Shark Bay, Western Australia, zijn miljoenen jaren oud en de meest primitieve levensvormen ter wereld. Het lijken stenen, maar zijn in werkelijkheid langzaam groeiende sponzige planten, gevormd door minuscule eencellige algen.

Zoogdieren



Onder de zoogdieren ontbreken vrijwel alle hoger ontwikkelde orden; de ca. 235 soorten bestaan voor de helft uit buideldieren (Marsupialia) en eierleggende zoogdieren (Monotremata of snaveldieren) en voor de andere helft uit moderne zoogdieren (Placentalia). De laatste categorie bestaat uitsluitend uit vleermuizen en knaagdieren. Tot deze categorie behoort ook de dingo, een verwilderde hond die al lang voor de komst van de blanken werd ingevoerd. De dingo kan niet blaffen, maar des te luider huilen.
De vele buideldieren zij kunnen ontstaan als gevolg van geringe of ontbrekende concurrentie voor wat de ecologische mogelijkheden betreft. Door het ontbreken van concurrerende moderne zoogdieren zijn de buideldieren in Australië gaan klimmen, zwemmen, graven, enzovoort, en hebben zich op verschillende typen van voedsel gespecialiseerd. Onder de buideldieren komen daarom insecteneters, knaagdieren, roofdieren en andere typen voor. Van de zestien families buideldieren in de wereld leven er dertien uitsluitend in Australië. Jonge buideldieren zijn bij hun geboorte nog niet volledig ontwikkeld en daarom houdt het moederdier ze bij zich in een huidplooi, de buidel, tot de jongen sterk genoeg zijn om zich zelfstandig in de buitenwereld te bewegen.
Daarnaast is door toedoen van de mens een aantal diersoorten van elders ingevoerd die de oorspronkelijke fauna verdrongen hebben of bezig zijn dat te doen. Het beruchtste dier is ongetwijfeld het konijn, in 1859 ingevoerd als jachtwild en al snel uitgroeiend tot een ware plaag. In Centraal-Australië leven kuddes dromedarissen, die door ontdekkingsreizigers naar Australië zijn gehaald. Buffelkuddes worden aangetroffen in het noorden van Australië, ten oosten van Darwin. Op Fraser Island leven wilde paarden of brumbies die afstammen van de paarden die in de negentiende eeuw van het vasteland kwamen.
Kangoeroes en kangoeroe-achtigen als wallabies, wallaroes (bergkangoeroes) en pademelons zijn buideldieren. De grootste soort is de rode reuzenkangoeroe die tot twee meter groot kan worden. Er zijn ongeveer vijftig soorten waaronder de bergkangoeroe, de quokka of ratkangoeroe, de kleinste soort die alleen nog voorkomt op Rottnest Island in Western Australia. Aan de oostkust is de meest verspreide soort de grijze reuzenkangoeroe.
Het vogelbekdier is een van de merkwaardigste verschijningen in de dierenwereld. Het dier heeft de snavel van een eend, de staart van een bever en zwemvliezen tussen de tenen; bovendien legt het dier eieren, maar zoogt de jongen. Het zeer schuwe dier komt nog vrij veel voor op Tasmanië en ten oosten van de Great Dividing Range.
Op de hoge bergtoppen van de Mount Bogong, Mount Buller en Mount Hotham in Victoria leeft de zeldzame bergpygmeebuidelrat, een uniek alpien buideldier.
De koala of buidelbeer is geen beer maar een buideldier, en leeft bijna uitsluitend van bepaalde soorten eucalyptusbladeren van o.a. de rode riviergomboom en de blauwe gomboom. Deze bladeren bevatten zoveel water dat hij geen extra water nodig heeft. De koala leeft vooral de staten Victoria, New South Wales, Queensland en in mindere mate South Australia. De naam koala is ontleend aan de taal van de aboriginals en betekent 'die dat niet drinkt'.
De wombat is verwant aan de koala, alleen leeft dit buideldier op de grond.Ze komen voornamelijk voor op Tasmanië en in de zuidwestelijke kuststrook. Het zijn vegetariërs die slecht tegen de warmte kunnen en daarom vaak 's nachts op zoek naar gaan naar wortels, bladeren en boomschors. De wombat is het enige knaagdier onder de buideldieren.
De mierenegel of echidna is een eierleggend zoogdier, komt in geheel Australië voor en eet mieren en termieten.
Opossums zijn buidelratten die er uitzien als grote eekhoorns. Sommige opossums hebben een vlieghuid waarmee ze in staat zijn om van boom naar boom te vliegen. Ook buideleekhoorns leven in bomen en kunnen door de lucht zweven.
Tasmaanse duivel
De Tasmaanse duivel is een zwart roofdier dat leeft op het eiland Tasmanië in kleine holen, in rotsen en in oude boomstronken. Op het vasteland is hij uitgeroeid door de dingo, en ook op Tasmanië wordt het dier met uitsterven bedreigd. De Tasmaanse tijger is een roofdier met dwarsstrepen op de rug en voor het laatst officieel op Tasmanië gezien in 1930. Men neemt aan dat het dier uitgestorven is. In mei 2002 werd bekend dat Australische wetenschappers de uitgestorven Tasmaanse tijger weer tot leven willen wekken. Professor Mike Archer vond in een museum een goed bewaard embryo van het dier. Uit onderzoek bleek het DNA nog intact te zijn. De professor denkt dat hij het beest kan klonen.
De numbat is een termieteneter en een buideldier zonder buidel. De jongen klemmen zich vast aan de vacht van de moeder. Het dier is zeer zeldzaam en komt alleen nog voor in het zuiden en westen van Australië.
De gewone borstelstaartbuidelrat is een lekkernij voor de aboriginals. Het diertje is zo wijd verspreid dat het bijna een plaag is. Ze wonen al in en om bijna alle Australische steden en nestelen in holen in tuinen en zelfs op zolders.
Kangaroo Island ligt voor de kust van South Australia en daar leven o.a Nieuw-Zeelandse zeehonden en een voor Australië zeldzame zeeleeuwenkolonie.
In Shark bay komt de doejong voor, een zeekoe en 's werelds enige plantenetende zeezoogdier.
De kleinste vleeseter is de geelvoetige antechinus. Dit diertje weegt maar 50 gram n is te vinden in de 'bush', de onontgonnen natuur, in de buurt van de steden aan de oostkust. De kleine diertjes hebben een zeer snelle stofwisseling en zijn daardoor altijd op zoek naar voedsel, insecten, kleine vogels en hagedissen. De geslachtsdaad is voor het diertje zo'n grote inspanning dat hij enkele dagen later sterft.

Vogels



Kookaburra
De Australische vogelwereld kent ongeveer 650, vaak zeer bijzondere soorten. Endemisch zijn o.a. paradijsvogels en prieelvogels (beide ook op Nieuw-Guinea), de liervogels, honingzuigers en de struisvogelachtige emoe. De emoe is een loopvogel en na de struisvogel de grootste vogel (1,5 meter groot) ter wereld die overal voorkomt behalve aan de oostkust en op Tasmanië. De emoe komt voor op het wapen van Australië. De kasuaris is verwant aan de emoe, maar veel kleiner van stuk. Hij komt vooral voor in de regenwouden van Queensland en als hij bedreig wordt spring hij omhoog en maakt met de poten een schoppende beweging. De liervogel is ook een loopvogel met prachtige staartveren en leeft in de bossen van het zuidoostelijk berglandschap.
Australië is zeer rijk aan papegaaien (55 soorten; tweede op de ranglijst na Brazilië), parkieten, kaketoes (rosékaketoe, zwarte raafkaketoe, geelstaartkaketoe), lori's, ijsvogels en duiven.
Daarnaast komen nog vele eigenaardige vormen voor als de zwarte zwaan en de reuzenijsvogel of kookaburra (ook wel lachende hans).
Prieelvogels bouwen een 'prieeltje' waarmee ze het wijfje proberen te lokken en wordt verder versierd met bij voorkeur blauwe steentjes, stukjes glas en andere prullaria. Het bouwwerk wordt niet als nest gebruikt.
Roofvogels zijn wouwen, haviken, Australische adelaars, zeearenden, visarenden, en valken. In de moerassen komen reigers, de brolgakraan, eksterganzen, lepelaars, ibissen en de lotusvogel voor. Langs de kust leven bekende verschijningen als albatrossen, pelikanen met zwarte vleugels, meeuwen, stormvogels, eenden, zwarte zwanen en sternen. De 'Fairy penguin' is de kleinste pinguïnsoort ter wereld en komt voor op Kangeroo Island (South Australia) en Phillip Island (Victoria)
De grote, hoenderachtige thermometervogel legt de eieren onder een hoop zand. De dikte van de zandlaag wordt aangepast aan de temperatuur, waardoor die altijd constant blijft.
In 2006 werd voor het eerst sinds 77 jaar een Solomon-stormvogel waargenomen boven de oceaan ten oosten van Australië.

Reptielen, amfibieën, insecten



Australië kent bijna 400 soorten reptielen waaronder krokodillen, meer dan 100 slangen (waaronder naast zeer giftige ook grote wurgslangen, pythons), meer dan 200 hagedissen, waaronder o.a. 15 varanen, de grootste plaatselijke concentratie van deze familie van reuzenhagedissen en (endemische) zoetwaterschildpadden. De reuzenvaraan of goanna kan wel twee meter lang worden. Ook de perentiehagedis kan enkele meters lang worden.
De meeste slangensoorten zijn ongevaarlijk maar bruine slang, doodsadder, taipan en tijgerslang zijn giftig. Bekende hagedissen zijn de groteske bergduivel of moloch en de kraaghagedis. Er komen twee soorten krokodillen voor in Australië, de riviermondkrokodil of zoutwaterkrokodil (ook wel boeaja genoemd) en de kleinere Johnston- of zoetwaterkrokodil. De eerste soort kan wel zeven meter lang worden, de tweede soort wordt maximaal vier meter.
Zes van de zeven zeeschildpadsoorten komen bij Australië voor o.a. de groene schildpad en de dikkopschildpad.
De amfibieën omvatten uitsluitend kikvorsen en padden. De miniatuurkikker is een maagbroeder wat betekent dat ze haar jongen in haar maag grootbrengt. In het droge midden van Australië leeft een paddensoort die zich volzuigt met water en vervolgens onder de grond verdwijnt om de lange,droge tijd te overleven. De gigantische 'Queensland cane toad' is ingevoerd om een parasiet die het suikerriet aantastte te bestrijden, maar is ondertussen een plaag geworden.
In totaal komen er ongeveer 55.000 soorten insecten voor, waarvan bijna 20.000 kevers. Ook de andere ongewervelde dieren zijn vaak zeer eigenaardig, bijvoorbeeld de reuzenaardworm die wel drie meter lang kan worden.
Van de ca. 1500 spinnensoorten zijn kogelspinnen en trechterspinnen uitermate giftig. Termieten komen vooral voor in het noorden van Australië, waar ontelbare, soms drie meter hoge termietenheuvels worden aangetroffen. Een ware plaag voor mens, dier en gewas vormen de vele vliegen, muggen en sprinkhanen.

Vissen



De zeeën rond Australië herbergen een zeer rijke fauna, waarvan die van het Great Barrier Reef (een reeks van koraaleilanden) wereldwijde faam geniet. Talloze zeedieren zijn in hun verspreiding beperkt tot de zeeën rond Australië. Gevaarlijk zijn de blauwgeringde achtarm, een octopussensoort, de 'box jellyfish' of kubuskwal (ook wel sea wasp genoemd), egelvissen, steenvissen, roggen, het Portugees oorlogsschip (kwallensoort) en de doornenkroon, een soort zeester. In de Australische wateren komen ca. 20 soorten haaien voor. De gevaarlijkste voor de mens zijn de tijgerhaai en de witte haai. De walvishaai is de grootste vis ter wereld en leeft onder meer in het Ningaloo Marine Park van Western Australia.
Marlins zijn zwaardvissen die tot 700 kilo zwaar kunnen worden. De snapper is de meest gevangen vis in Australië.
Bijzonder van vorm en kleur zijn de anthias, die bijna lichtgevend is, de helderrode anemoonvis, de driebandanemoonvis en de Maori-lipvis. De merkwaardig uitziende pegasusvis is een van de symbolen van de Australische zeeën.
Zoetwatervissen zijn weinig soortenrijk (minder dan 200 soorten) en bijvoorbeeld karperachtigen ontbreken helemaal. De opvallendste vorm is de archaïsche Australische longvis of barramundi van Queensland, een overblijfsel van een eens wijd verspreide groep van zoetwatervissen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!